Als liefde niet het antwoord is,
was de vraag niet goed.

Creatief denken is bij mij als ademen, maar zo mooi als toneelgroep Oostpool heb ik het nooit kunnen formuleren. Dus streden dankbaarheid en jaloezie om voorrang toen zij jaren geleden de vraag verwoordden waar ik elke dag mee werk:

Hoe nu mens te zijn?

Want wat zit daar voor mij veel in.

Het zou kunnen dat ik inderdaad een round peg in a square hole ben. Ik heb lang moeite gehad om kaas te maken van de wereld. En nog steeds weet ik regelmatig niet wat we doen in deze wereld. En voel ik een mismatch met de wereld.

Mens-zijn vind ik niet per se simpel. Je wordt geboren en dan moet je het maar gaan doen ofzo. Zonder duidelijke regels, iedereen doet maar wat. Mensen die verkeerde keuzes maken worden soms succesvol, terwijl de mensen met een goed hart worstelen. Er lijkt allemaal geen lijn in te zitten.

Je leeft een jaar of zeventig, tachtig als het meezit. En hoe maak je die lichtflits tussen twee eeuwigheden duisternis nou een beetje de moeite waard? Ik heb jarenlang monomaan de halve bibliotheek leeggelezen, van de schoonheid van Tolstoj tot de walging bij Steinbeck. Maar van al dat lezen werd ik geen beter mens, bleek na een tijdje.

Een ander aspect aan de vraag hierboven zit ‘m in het woordje nu. Want hoe nú mens te zijn is nog wel een extra opgave. In deze verwarrende wereld: op een kruispunt van tijdsgewrichten, met klimaatverandering en sociale ontwrichting als meest zichtbare uitingsvormen. Een oude wereld die langzaam sterft, met de naschokken daarvan elke dag nog in de krant. En een nieuwe wereld die langzaam vorm krijgt.

Hoe nu juist op dít moment, nú dus, mens te zijn? In deze gekke tijden…

En mooi dat er een vraagteken aan het eind van de zin staat. Als professioneel vragensteller is dat een fijn uitgangspunt.

We doen het samen

Het eerste deel van het antwoord (op de vraag hoe nu mens te zijn), is voor mij vrij eenvoudig. Als samenleving doen we het samen. Mijn vader was een vuurrode bolsjewiek die me leerde dat we een beetje naar elkaar om moeten kijken. Als kinderen met honger naar school gaan, doen we niet alleen het kind maar ook de samenleving als geheel tekort. Sociale rechtvaardigheid als basis van gedeeld menszijn. Woke is inmiddels een scheldwoord, maar als het betekent dat je rekening met elkaar houdt, dan ben ik woke sinds geboorte. Hij leerde me op míjn vierkante centimeter zorgdragen voor een gezonde en krachtige democratische rechtstaat; omdat als je beknibbelt op de rechten van enkelen, je op termijn het geheel ondergraaft. Actief burgerschap dus, om van daaruit vorm te geven aan de nieuwe tijd.

Bezieling

Naast maatschappelijke zingeving is er ook persoonlijke zingeving. Voor míj gaat die niet over wijntjes drinken op het terras of praten over hypotheekrente. Ik voel me optimaal mens in gesprekken over wat jij en ik hier als mens komen doen op aarde. Waar onze talenten liggen, de goddelijke vonken, de pijn en de levenslessen. Voor een deel gaat het dan om dat waar je de wereld mee kunt verrijken. Een ander belangrijk aspect is de verbinding met alles wat niet goed gaat. Volgens C.G. Jung gaat het er bijvoorbeeld niet om een goed mens te zijn, maar een héél mens. De vorm die ík gevonden heb om me hierover van mens tot mens te verbinden, is het gesprek, face to face. Maar bezieling ervaar ik net zo goed via een kunstwerk, zelfs in gesprek met een kunstenaar die al een eeuw dood is. Als het maar antwoord geeft op die ene inspirerende vraag die me bezig blijft houden: hoe nu mens te zijn?